Toen

Adverb

Base Form

💡'Toen' gebruik je om naar het verleden te verwijzen en tijdstippen aan te geven.

toen
"Toen kwam hij thuis."

Positions in Sentence

  • begin van de zin

    "Toen ging ik naar school."

    Benadrukt het tijdstip van de actie.

  • midden van de zin

    "Ik weet dat hij toen naar school ging."

    Geeft aan wanneer de actie plaatsvond.

  • eind van de zin

    "Ze moet toen echt moe zijn geweest."

    Maakt de tijd van de actie minder belangrijk.

Comparative

toen
"toen...meer"

Het bijwoord 'toen' heeft geen echte vergrotende trap. Je kunt niet 'meer toen' zeggen; het blijft statisch.

Superlative

toen
"toen...meest"

Er is geen superlatieve vorm van 'toen'; het geeft enkel een specifieke tijd aan.

Common Combinations

  • with "dat"

    "Ik weet dat hij toen aanwezig was."

    'dat' verbindt de tijd met de handeling.

  • with "in die tijd"

    "In die tijd was ik ook vaak thuis."

    Geeft context over de tijd waarin de actie plaatsvond.

Similar Words

  • destijds

    "Destijds werkte ik in Amsterdam."

    Formeler, verwijst ook naar een specifieke tijd.

  • toenmalig

    "De toenmalige president was erg populair."

    Gaat meer over de periode eerder dan een specifieke gebeurtenis.

Important Notes

  • usage:'Toen' wordt vaak gebruikt om aan te geven welke tijd iets gebeurde.
  • position:De plaats van 'toen' in de zin kan de nadruk op het tijdstip veranderen.
  • register:Het woord is vrij neutraal en kan in alle registers gebruikt worden.