Toen
ConjunctionBasic Usage
subordinating - op het moment dat (when)
Usage Patterns
indicating time
"Toen ik klein was, speelde ik buiten."
subordinate clause - De zin geeft een tijdsaspect aan. 'Toen' introduceert een tijdsgebonden situatie.
referring to a past event
"Hij verhuisde toen zijn ouders gingen scheiden."
subordinate clause - 'Toen' geeft een specifiek moment in het verleden aan.
Word Order
subordinate clause follows main clause
"Ik ging naar huis toen het regende."
De bijzin begint met 'toen' en komt na de hoofdzin.
verb at the end in subordinate clause
"Ik voelde me blij toen ik hem zag."
In de bijzin komt de werkwoord aan het einde.
Common Combinations
toen - ook
"Toen ik daar was, was het ook gezellig."
'Ook' kan gebruikt worden om extra informatie te geven na 'toen'.
toen - dat
"Ik weet dat het moeilijk was toen we verhuisden."
'Dat' kan informatie geven over wat er gebeurde in die tijd.
Important Notes
- usage:Gebruik 'toen' voor het verleden, niet voor de toekomst.
- syntax:Na 'toen' volgt altijd een bijzin, met het werkwoord aan het einde.
- register:'Toen' is neutraal en kan in zowel gesproken als geschreven taal gebruikt worden.