Vieren

Verb
1
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Past Tense
Interrogative
Future Tense
Imperative
Declarative
Context & Scenario
Een kleurrijke verjaardag viering met diverse kinderen die samen feestvieren.
Vrolijke Verjaardagsviering met Kinderen in de Stijl van Dick Bruna
Een kleurrijke verjaardag viering met diverse kinderen die samen feestvieren.
2
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Complex
Past Tense
Interrogative
Simple
Compound
Present Tense
Imperative
Buitenevenement op een levendig plein met blije mensen van alle leeftijden die zingen, dansen en genieten van kleurrijke versieringen.
Feestelijke buitenviering met blije mensen
Buitenevenement op een levendig plein met blije mensen van alle leeftijden die zingen, dansen en genieten van kleurrijke versieringen.
3
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Compound
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Een majestueus paradebeeld ter viering van de 100ste verjaardag van de stad met kleurrijke wagens, feestende mensen en een dramatische lucht.
Majestueuze parade ter viering van 100 jaar stad
Een majestueus paradebeeld ter viering van de 100ste verjaardag van de stad met kleurrijke wagens, feestende mensen en een dramatische lucht.