Voor
Prepositionvoor plaatsaanduiding: eerder dan bereik, in de richting van tegenover iets
(iemand staat voor de deur)
Ik wacht voor de winkel.
Het boek ligt voor je op tafel.
- Compound
Hij stond voor de bus te wachten, maar ze kwam niet op tijd.
- Future Tense
Morgen zal ik voor het theater op je wachten.
- Interrogative
Staat de auto voor of achter het huis?
- Related Word
De bank staat voor de muur.
- Declarative
De gamecontroller ligt voor de televisie.
- Simple
Jij staat voor het raam.
- Past Tense
Gisteren stond ik voor het station te wachten.
- Imperative
Leg de documenten voor op tafel!
- Interrogative
Tijdens de vergadering bleef hij voor de veranderingen pleiten, wat uiteindelijk een verschil maakte.
- Imperative
Waarom staat de lijst voor dat schilderij?
- Complex
Nadat hij de brief had gevonden, legde hij hem voor zich op het bureau.
- Present Tense
De fiets staat voor de garage.
- Declarative
De kat zit voor de deur.
- Synonym
Ik zet de bloemen voor het raam.
- Compound
Hij stond voor het museum en wachtte op zijn vrienden.
- Declarative
Kun je de stoel voor het raam zetten?
op de voorkant of in een verder naar voren gelegen positie
(iemand staat voor het huis)
Er staat een auto voor de deur.
Het schilderij hangt voor de kast.
- Simple
De boom staat voor het raam.
- Compound
De lantaarnpaal staat voor het huis, en de brievenbus staat er vlak naast.
- Complex
Omdat de fiets voor de winkel stond, kon ik hem snel pakken.
in het belang of ten behoeve van
(iemand doet iets voor een ander)
Hij werkt hard voor zijn gezin.
Ze doet alles voor haar vrienden.
- Complex
Omdat hij elke avond studeert, zal zijn toekomst beter zijn.
- Past Tense
Ik werkte jarenlang in een restaurant voor mijn financiële stabiliteit.
- Interrogative
Werk jij na school in het belang van je ervaring?
- Context & Scenario
Hij maakt aantekeningen tijdens de vergadering voor het belang van zijn team.
- Related Word
Hij handelt altijd in het beste interesse van zijn vrienden.
- Compound
Hij studeert elke avond, en hij oefent dagelijks zijn spreekvaardigheid, voor zijn toekomst.
- Future Tense
Ik zal extra cursussen volgen voor mijn carrière.
- Context & Scenario
Ik kook een gezonde maaltijd voor het welzijn van mijn gezin.
- Synonym
Zij doet haar werk altijd proactief in het voordeel van haar collega's.
- Idiomatic
Zij geeft haar tijd, want zij gelooft dat geven ook ontvangen is, ten behoeve van anderen.
- Simple
Hij studeert elke avond voor zijn toekomst.
- Present Tense
Ik werk in een winkel voor mijn ervaring.
- Declarative
Zij helpt haar oma met boodschappen doen.
- Imperative
Doe deze training voor je persoonlijke groei!
- Context & Scenario
Wanneer we samenkomen tijdens familiebijeenkomsten, praten we in het belang van goede relaties.
voor tijdsaanduiding: eerder dan, voordat
(een afspraak is voor de lunch)
We moeten voor vier uur vertrekken.
Doe de afwas voor het eten klaar is.
- Simple
Ik moet klaar zijn voor het ontbijt.
- Compound
Lees het boek uit, maar zorg ervoor dat je dat voor het avondeten doet.
- Complex
Sanne wil haar project afronden voordat ze met vakantie gaat, zodat alles op tijd klaar is.
- Present Tense
Hij controleert de agenda voor de vergadering begint.
- Future Tense
We zullen de taken afmaken voor de deadline.
- Past Tense
Ze vertrokken voor de zon onderging.
- Declarative
Je moet de brief posten voor het postkantoor sluit.
- Interrogative
Moet ik alvast beginnen voor je arriveert?
- Imperative
Lees het document door voor de vergadering begint.
- Related Word
Maak je lunch klaar voor je naar school gaat.
- Related Word
Bereid je presentatie voor voordat de klanten komen.
eerder dan een bepaalde tijd
(iets gebeurt voor een tijdstip)
Ik moet de opdracht voor maandag af hebben.
De winkel sluit voor zes uur.
- Simple
De vergadering begint voor tien uur 's ochtends.
- Past Tense
Hij had zijn koffers gepakt voor zes uur gisterenmiddag.
- Interrogative
Kun je de fiets terugbrengen voor vijf uur?
- Synonym
Zorg dat je voor zes uur bij het restaurant bent, anders missen we de reservering.
- Context & Scenario
We zijn van plan om de bar te verlaten voor middernacht.
- Complex
Als we de kaartjes op tijd willen krijgen, moeten we de bestelling plaatsen voor vijf uur in de middag.
- Present Tense
De bus vertrekt voor acht uur.
- Imperative
Maak je huiswerk af voor je telefoon pakt!
- Context & Scenario
In Nederland is het gebruikelijk om minstens tien minuten voor afspraaktijd aanwezig te zijn.
- Idiomatic
Laar de kat uit de zak: hij kwam binnen voor de show begon.
- Compound
De presentatie is morgen, dus zorg ervoor dat je rapport voor vier uur klaar is en dat je het hebt nagekeken.
- Future Tense
Zij zullen de taak moeten voltooien voor vrijdagmiddag.
- Declarative
We moeten vertrekken voor het donker wordt.
- Related Word
Ik moet voor acht uur ontbijten om de trein te halen.
- Context & Scenario
Het meestert heeft ons gevraagd ons werk voor het belsignaal in te leveren.
voor doel of richting: bestemd voor, bedoeld voor
(een cadeau is voor haar verjaardag)
Dit cadeau is voor jou.
Dit boek is speciaal voor kinderen geschreven.
- Simple
Dit compliment is voor jou.
- Compound
Dit cadeau is belangrijk voor haar, maar niet geschikt.
- Complex
Dit kunstwerk, dat voor het museum bestemd is, heeft grote waarde.
- Present Tense
Deze tekst is voor vandaag belangrijk.
- Past Tense
Het cadeau was voor zijn verjaardag bedoeld.
- Future Tense
Deze brief zal voor jou bestemd zijn.
- Declarative
Dit presentje is voor jou.
- Interrogative
Is deze bloem voor de lerares?
- Imperative
Maak de taart voor het feest!
- Context & Scenario
Deze brief is voor de postbode.
- Context & Scenario
De presentatie is voor morgen gepland.
- Context & Scenario
Het traditionele gerecht is speciaal voor gasten.
- Synonym
Deze knuffel is gedacht als troost.
- Related Word
Het spel is bedacht voor ontspanning.
- Idiomatic
Dit cadeau is de kers op de taart.
voor iets vervangen, ter ruil
(iets inwisselen voor iets anders)
Zij ruilt haar boek in voor een ander.
Ik betaal tien euro voor de maaltijd.
- Simple
Hij ruilt zijn oude telefoon in.
- Complex
Omdat hij niet tevreden was met het cadeau, ruilde hij het voor een ander.
- Compound
Ik wil mijn fiets ruilen, dus ik zoek een nieuwe winkel.
- Present Tense
Ik ruil mijn boeken vaak op de markt.
- Past Tense
Vorig jaar ruilde ze haar gitaar voor een keyboard.
- Future Tense
Volgende maand zal ik mijn tijdschriftabonnement omruilen.
- Declarative
We ruilen vaak onze spullen met de buren.
- Interrogative
Wil je jouw trui met die van mij ruilen?
- Imperative
Ruil jouw stoel voor een comfortabelere.
- Context & Scenario
Hij ruilde zijn gebruikelijke vakantie in om dit jaar naar Amsterdam te komen.
- Idiomatic
Ze ruilde haar baan voor een die haar als gegoten zat.
- Context & Scenario
Ik ruil mijn lunchpakket vaak met vrienden.
- Synonym
Ze verwisselt haar outfit om de uitstraling te veranderen.
- Context & Scenario
Bij het bedrijf kunnen we oude laptops ruilen voor nieuwe modellen.
- Related Word
Tijdens de uitverkoop kun je producten ruilen of retourneren.
in ruil tegen
(iemand ruilt iets voor iets anders)
Ik ruilde mijn oude fiets voor een nieuwe.
Ze verkocht haar auto voor een goede prijs.
- Simple
Ik ruil mijn boek voor zijn speelgoed.
- Present Tense
Ik ruil nu mijn verzameling stickers voor zijn voetbalkaartjes.
- Interrogative
Zal je jouw camera in ruil tegen mijn fiets geven?
- Present Tense
Op school ruilen we altijd traktaties tijdens de pauze.
- Past Tense
Toen we op het feestje waren, ruilde ik mijn boek voor een stripverhaal.
- Present Tense
We ruilen telefoonnummers op het einde van de bijeenkomst.
- Compound
Ik bied mijn computer aan, en in ruil daarvoor krijg ik zijn tablet.
- Past Tense
Gisteren ruilde ik mijn oude telefoon voor wat geld.
- Declarative
Ik ruil mijn lunch met hem.
- Simple
Ik ruilde mijn poster voor zijn badge.
- Compound
Ik bied mijn ervaringen aan, en in ruil daarvoor krijg ik kennis van hen.
- Imperative
Ruil je plaats met mij voor een betere belevenis.
- Idiomatic
In ruil voor wat vriendelijkheid, kan je een glimlach ontvangen.
- Complex
Als je je schilderij aan hem geeft, krijg je in ruil tegen zijn tekening.
- Future Tense
Morgen zal ik deze boeken in ruil tegen zijn tijdschriften geven.
- Imperative
Ruil je oude schoenen voor een nieuw paar!
- Compound
In een vergadercontext, stelde ik voor meer vakantiedagen te verdienen in ruil tegen overuren.
- Interrogative
Zal je mijn kunstwerk bewonderen als ik in ruil jouw verhaal lees?
- Past Tense
In ruil voor zijn geduld, gaf ik hem een cadeau.
ter voorkoming of bescherming tegen
(bescherming voor iets gevaarlijks)
Ze gebruikt een paraplu voor de regen.
De helm is voor de veiligheid op de bouwplaats.
- Compound
Het glas was hard gevallen, maar gelukkig hadden ze bescherming zodat de schade minimaal was.
- Complex
Hoewel de nieuwe software bescherming tegen virussen biedt, is het essentieel om regelmatig updates te installeren.
- Simple
Het zonnebrandmiddel is voor bescherming tegen de zon.
voor een oorzaak of reden: vanwege, wegens
(hij doet iets voor het geld)
Ze werkt hard voor haar gezin.
Hij is beroemd voor zijn prestaties.
- Compound
Hij studeert hard voor zijn toekomst, en hij wil succesvol zijn.
- Present Tense
Ik werk voor een betere toekomst.
- Declarative
Zij werkt dagelijks voor haar gezin.
- Simple
Ik kookte voor mijn familie.
- Simple
Hij zet zich in voor een beter schoolklimaat.
- Synonym
Hij was te laat vanwege het slechte weer.
- Related Word
Vanwege zijn ziekte blijft hij thuis.
- Idiomatic
Hij werkt zich te pletter om die reden.
- Simple
Hij studeert hard voor zijn toekomst.
- Past Tense
Ik werkte voor een hogere positie.
- Imperative
Werk hard voor je doelen!
- Simple
Zij schrijft voor verschillende kranten.
- Synonym
Ze spreekt vloeiend Nederlands om die reden.
- Related Word
Hij geeft zijn ontslag wegens onenigheid.
- Complex
Hij studeert hard, omdat hij een goede toekomst wil hebben.
- Future Tense
Ik zal werken voor mijn dromen.
- Interrogative
Werk je voor het plezier of het geld?
- Simple
We zamelen geld in voor het goede doel.
- Simple
Hij treedt op voor een groot publiek.
- Synonym
We plannen een feest vanwege ons jubileum.