Winkelen
Verbhet kopen van goederen in winkels
(iemand gaat winkelen in de stad)
Zij gaat graag winkelen om nieuwe kleren te kopen.
We hebben gisteren in het centrum gewinkeld.
- Compound
Ik koop een nieuwe telefoon, en zij koopt een laptop.
- Future Tense
Morgen ga ik een cadeautje kopen voor mijn vriend.
- Interrogative
Wat ga je kopen in de winkel?
- Context & Scenario
Ik koop vaak koffie tijdens mijn pauze.
- Synonym
Synoniem: Ik aanschaf altijd mijn boeken online.
- Complex
Als ik geld heb, koop ik graag nieuwe schoenen.
- Simple
Ik koop vaak mijn boodschappen bij de supermarkt.
- Past Tense
Toen ik in Amsterdam was, heb ik souvenirs gekocht.
- Imperative
Koop dit boek!
- Context & Scenario
Tijdens de economie les leren we over de impact van winkelen.
- Related Word
Gerelateerd: Het kopen van goederen is een belangrijk onderdeel van de economie.
- Present Tense
Hij koopt elke week verse groenten.
- Declarative
Je moet deze dress kopen, het staat je fantastisch!
- Context & Scenario
We gaan met vrienden winkelen voor de feestdagen.
- Idiomatic
Kopen is soms als water naar de zee dragen als je iets niet nodig hebt.
het bekijken van goederen in winkels, met of zonder daadwerkelijk kopen
(iemand winkelt om ideeën op te doen)
Hij houdt ervan om te winkelen, ook al koopt hij niets.
Zij gaan vaak winkelen om inspiratie op te doen voor hun interieur.
- Complex
Wanneer ik ga winkelen, bekijk ik altijd de laatste mode in de etalages.
- Past Tense
Gisteren bekeken we de nieuwste gadgets in de elektronicawinkel.
- Imperative
Bekijk die schoenen, ze zijn in de uitverkoop!
- Context & Scenario
Laten we samen naar de winkel gaan en de nieuwe collectie bekijken.
- Idiomatic
Zij gaat liever de winkel in en uit voordat ze iets koopt; het bekijken is voor haar genoeg.
- Simple
Ik ga de nieuwe collectie bekijken.
- Present Tense
Zij bekijken de schappen voor mooie decoraties.
- Interrogative
Bekijk je de nieuwe meubels in de showroom?
- Compound
Ik bekijk de kleding in de winkel, maar ik koop niets.
- Future Tense
Morgen ga ik de schoenen bekijken bij de nieuwe winkel.
- Declarative
Hij bekijkt de aanbiedingen in de supermarkt.
- Context & Scenario
Tijdens het winkelen bekijk ik altijd eerst de nieuwe mode.
- Synonym
Hij onderzoekt de artikelen en maakt een keuze.
- Context & Scenario
In de les over marketing hebben we het bekijken van goederen besproken.
- Related Word
De winkel heeft veel producten en ik kan ze rustig bekijken.
online aankopen doen
(iemand winkelt op het internet)
Ik ga vaak winkelen op internet omdat het gemakkelijk is.
Tijdens de solden winkelen veel mensen online voor kortingen.
- Compound
Ik doe online aankopen, maar ik kijk ook vaak in fysieke winkels.
- Past Tense
Gisteren deed ik online aankopen voor nieuwe kleren.
- Interrogative
Doe jij ook online aankopen?
- Imperative
Doe online aankopen voorzichtig!
- Simple
Ik doe vaak online aankopen!
- Present Tense
Elke week koop ik iets online.
- Declarative
Ik hou van online winkelen!
- Complex
Als ik online aankopen doe, zorg ik ervoor dat de website veilig is.
- Future Tense
Morgen zal ik online aankopen doen voor de vakantie.
- Simple
Ik koop vaak online om tijd te besparen.