Jas
deCommon Nounbuitenste kledingstuk dat het lichaam bedekt en daarbij meestal een sluiting heeft
(een jas draagt men vaak in de winter)
Hij doet zijn jas aan omdat het koud is buiten.
Zij kocht een nieuwe jas voor de herfst.
- Simple
Een buitenste kledingstuk is handig tijdens een koude dag.
- Compound
De buitenste kledingstukken zijn warm, maar het regent buiten.
- Complex
Als het sneeuwt, moet je je buitenste kledingstuk goed sluiten.
- Present Tense
Ik draag nu mijn buitenste kledingstuk.
- Imperative
Doe je buitenste kledingstuk aan voordat je naar buiten gaat!
- Simple
We hebben een buitenste kledingstuk voor elk seizoen, zoals jassen en mantels.
- Imperative
Neem het buitenste kledingstuk mee als je naar het concert gaat!
- Related Word
Een jas, dat is een buitenste kledingstuk voor het winterseizoen, is vaak gevoerd.
- Future Tense
Ik zal mijn buitenste kledingstuk meenemen naar de reis.
- Declarative
Hij heeft een mooie jas gekocht voor de winter.
- Complex
Ik gaat altijd met mijn buitenste kledingstuk naar buiten als het regent.
- Declarative
Dat nieuwe buitenste kledingstuk is perfect voor een avondje uit!
- Simple
Dit buitenste kledingstuk helpt me warm te blijven in de winter.
- Past Tense
Gisteren droeg ik een mooi buitenste kledingstuk.
- Interrogative
Heb je je buitenste kledingstuk aan voor het feest?
- Compound
Tijdens de les leren we over de verschillende soorten buitenste kledingstukken.
- Interrogative
Kun je jouw buitenste kledingstuk snel ophalen?
- Idiomatic
Als je in de regen loopt, moet je een buitenste kledingstuk dragen om droog te blijven.
beschermend kledingstuk dat vaak wordt gedragen boven andere kleding
(een jas beschermt tegen de elementen)
Haar jas houdt haar warm tegen de wind.
Zijn leren jas is perfect voor natte dagen.
- Simple
De zware jas biedt veel bescherming tegen de kou.
- Compound
De jas is warm, maar biedt niet voldoende bescherming tegen de regen.
- Complex
De jas, die speciaal is ontworpen voor slechte weersomstandigheden, biedt uitstekende bescherming.
- Present Tense
Ik draag altijd een jas als het koud is.
- Future Tense
Volgende week zal ik mijn warme jas dragen naar de skireis.
- Past Tense
Gisteren droeg ik mijn nieuwe jas tijdens de storm.
- Declarative
Elke winter hebben we een goede bescherming nodig tegen de kou.
- Interrogative
Heeft je jas genoeg bescherming tegen de regen?
- Imperative
Kleed je warm aan met een goede jas!
- Context & Scenario
Tijdens de winter draagt ik altijd een dikke jas.
- Context & Scenario
In de klas praatten we over jassen die bescherming bieden tegen verschillende soorten weer.
- Context & Scenario
Op het feest droeg hij een mooie jas die veel aandacht trok.
- Synonym
De sterke jas, oftewel windjack genoemd, is ideaal voor een lange wandeling.
- Related Word
Dat kledingstuk heeft een speciale voering voor extra bescherming.
- Idiomatic
Ik zei tegen mijn vriend: 'Met deze jas ben ik tegen het slechte weer beschermd!'
diminutief van jas, meestal voor een kleiner of lichtere versie
(een jasje is vaak voor binnen of in de lente)
Ze draagt een schattig jasje over haar jurk.
De kinderen dragen vaak jasje van hun ouders.
- Compound
Dit jasje is klein, maar het is erg warm.
- Complex
Het jasje, dat ze gisteren kocht, is een perfect diminutief voor de zomer.
- Simple
Dit diminutief jasje is perfect voor het voorjaar.
- Present Tense
Ik heb een leuk jasje gekocht.
- Future Tense
Ik zal een nieuw jasje kopen voor de lente.
- Past Tense
Ze droeg een schattig jasje naar het feest.
- Declarative
De nieuwe jassen zijn echt leuk!
- Interrogative
Denk je dat dit jasje me zal staan?
- Imperative
Probeer dit jasje eens aan!
- Context & Scenario
Ik trek een dun jasje aan omdat het buiten koud is.
- Context & Scenario
We gaan naar het park en ik draag mijn nieuwe jasje.
- Context & Scenario
In de klas leren we over mode en verschillende jassen.
- Synonym
Dit jasje is ook wel een vestje.
- Related Word
Het jasje heeft mooie knopen.
- Idiomatic
Dat jasje is precies mijn maat; het past als een handschoen!