Jassen
Verbkledingstuk dat meestal met lange mouwen is en het bovenlichaam bedekt
(iemand heeft jassen in de kast hangen)
Hij heeft veel jassen voor de winter.
Ze draagt altijd verschillende jassen afhankelijk van het weer.
- Simple
Een kledingstuk zoals een jas is essentieel in de winter.
- Future Tense
We zullen een nieuwe jas bestellen voor de winter.
- Interrogative
Heb je die nieuwe jas gezien die in de winkel hangt?
- Context & Scenario
Op school moeten we geschikte jassen dragen tijdens de gymles.
- Related Word
Zijn outfit was niet compleet zonder zijn nieuwe jas.
- Complex
De jas, die onder haar bed hangt, is perfect voor koude dagen.
- Present Tense
Ik koop een nieuwe jas voor de herfst.
- Declarative
Deze jas is mijn favoriete kledingstuk.
- Context & Scenario
Ik draag mijn jas als het koud is.
- Synonym
Een schuilplaats kan een jas zijn in de regen.
- Idiomatic
Beter een goede jas in de hand dan tien in de kast.
- Compound
Ze heeft een mooie jas, maar hij is niet warm genoeg voor de winter.
- Past Tense
Hij kocht een stijlvolle jas vorige week.
- Imperative
Koop een jas die je warm houdt!
- Context & Scenario
Tijdens het feest droeg iedereen hun mooiste jassen.
het aanbrengen van een jas om iets te beschermen
(een jasje om een product heen doen)
Hij jast de planten voordat het gaat vriezen.
Ze jast de nieuwe meubels tegen de zonneschijn.
- Compound
Ik bescherm mijn telefoon, en ik gebruik een andere hoes voor mijn tablet.
- Past Tense
Ze beschermde haar schilderijen met een speciaal doek.
- Imperative
Bescherm je apparaat tijdens het reizen!
- Context & Scenario
We moeten de nieuwe planten beschermen tijdens de winter.
- Complex
Hoewel ik mijn laptop gebruik, bescherm ik het met een stevige tas.
- Future Tense
Ik zal mijn camera beschermen als ik naar het strand ga.
- Declarative
Je moet je meubels goed beschermen tegen de regen.
- Simple
Ik bescherm mijn telefoon met een hoesje.
- Present Tense
Hij beschermt de boeken met plastic hoezen.
- Interrogative
Bescherm je spullen goed voor de vakantie?
de handeling van iets in een jas steken of erin doen
(verpakken in een jas)
Ze jast de cadeaus voor het feest in mooie papieren.
Hij jast de informatie in een map voor de presentatie.
- Simple
Ik verpak het eten in een doos.
- Compound
Ik verpak het eten, maar ik vergeet de borden.
- Past Tense
Gisteren verpakte ik de cadeaus voor mijn vrienden.
- Complex
Hoewel ik het eten verpak, blijft het warm.
- Future Tense
Morgen zal ik de nieuwe spullen verpakken.
- Declarative
Je moet het kostbare glas goed verpacken.
- Present Tense
Hij verpakt de boeken in plastic om ze te beschermen.
- Imperative
Verpak de groenten voordat je ze naar de markt brengt!
- Context & Scenario
Op het feest verpakten we alles in kleurrijke dozen.
- Interrogative
Verpak je spullen goed voordat je vertrekt?
- Context & Scenario
De studenten moeten hun projecten verpakken in een duidelijke map.
- Related Word
Het verpakken van de producten moet efficiënt gebeuren.
- Context & Scenario
Ik verpak mijn lunch voor werk elke dag.
- Synonym
Hij verpakt het voedsel met de grootste zorg.
- Idiomatic
Als je niet goed verpakt, kunnen de spullen beschadigd raken.