Jongen
Verbeen jonge man of een kinderjongen
(referentie naar een kind van het mannelijk geslacht)
De jongen speelt graag buiten met zijn vrienden.
Die jongen is altijd zo vrolijk en enthousiast.
- Simple
Die kinderjongen heeft een nieuwe fiets.
- Compound
De kinderjongen wil een bal, maar hij heeft er geen geld voor.
- Present Tense
Hij is een goede kinderjongen.
- Imperative
Wees een goede kinderjongen!
- Context & Scenario
De kinderjongen studeert hard voor zijn toetsen.
- Related Word
De kleinkinderen van mijn buurman zijn schattige kinderjongens.
- Complex
De kinderjongen, die altijd met zijn hond speelt, is mijn neef.
- Future Tense
Morgen zal hij een kinderjongen op het feestje zijn.
- Interrogative
Is die kinderjongen altijd zo blij?
- Context & Scenario
Die kinderjongen is een geweldige vriend.
- Past Tense
Vroeger was hij een verlegen kinderjongen.
- Declarative
De kinderjongen heeft zijn huiswerk afgemaakt.
- Context & Scenario
De kinderjongen gaat elke dag naar school.
- Synonym
Een jongeman speelt gitaar in het park.
- Idiomatic
Die kinderjongen heeft de smaak te pakken.
een lid van de mannelijke geslacht in de puberteit of adolescentie
(een jonge man in de opgroeiende fase)
Tijdens zijn tienerjaren is die jongen veel veranderd.
Die jongen wil later professioneel voetballer worden.
- Compound
De adolescent speelt voetbal, maar hij studeert ook.
- Complex
De adolescent, die net zijn eindexamen heeft gehaald, lijkt vol vertrouwen.
- Simple
De adolescent heeft vaak nieuwe interesses.
- Present Tense
Hij is een adolescent die veel leest.
- Past Tense
Hij was een adolescent die veel aan sport deed.
- Future Tense
Hij zal een adolescent zijn die later de wereld rondreist.
- Declarative
Hij droomt ervan om een beroemde adolescent te worden.
- Interrogative
Is hij een adolescent in de klas?
- Imperative
Wees geduldig met de adolescent!
- Context & Scenario
De adolescent gaat vaak naar het skatepark.
term van genegenheid of informaliteit voor een man
(gebruik in vriendschappelijke of informele situaties)
Hé jongen, hoe gaat het met je?
Die jongen daar is een goede vriend van mij.
- Simple
Mijn vriend en ik gaan vaak samen naar de film.
- Compound
Mijn vriend is een geweldige persoon, en we hebben altijd veel plezier samen.
- Complex
Hoewel hij vaak druk is, is mijn vriend altijd beschikbaar wanneer ik hem nodig heb.
- Present Tense
Ik spreek elke week met mijn vriend.
- Future Tense
Volgende week zal ik mijn vriend in de stad ontmoeten.
- Past Tense
Gisteren sprak ik met mijn vriend over zijn nieuwe baan.
- Interrogative
Is die man daar ook jouw vriend?
- Imperative
Bel je vriend en vraag of hij mee wil doen!
- Declarative
Mijn vriend helpt me altijd met mijn huiswerk.
- Context & Scenario
Mijn vriend en ik hebben veel gezamenlijke interesses.
- Context & Scenario
Tijdens de lunch praat ik vaak met mijn vriend over het weekend.
- Context & Scenario
Ik drink graag koffie met mijn vriend in de ochtend.
- Synonym
Een goede maat is wat je een vriend noemt.
- Idiomatic
Hij is mijn vriend voor het leven, door dik en dun.
- Related Word
De relatie met mijn beste vriend is heel belangrijk voor mij.