Voor

Conjunction

Basic Usage

voor
"Ik moet vroeg opstaan voor ik naar mijn werk ga."

subordinating - Beschrijft een reden of doel

Usage Patterns

  • Aangeven van tijd of reden

    "Ik ga douchen voor ik ga ontbijten."

    Hoofdzin + 'voor' + bijzin - De bijzin geeft een actie aan die gebeurt voor de actie in de hoofdzins.

Word Order

  • (Hoofdzin +) bijzin met werkwoord aan het einde

    "Ik lees een boek voor ik ga slapen."

    Het werkwoord 'ga' staat op het einde van de bijzin.

Common Combinations

  • voor + dat

    "Ze moesten opschieten voor dat het donker werd."

    Gebruikt in meer formele contexten met dubbele 'dat' voor nadruk.

Important Notes

  • usage:Het wordt vaak gebruikt bij omstandigheden die voorafgaan aan een andere gebeurtenis.
  • syntax:Na 'voor' komt de bijzin die het werkwoord op het einde heeft.
  • register:Kan zowel in informele als formele contexten gebruikt worden, maar let op dubbel 'dat' voor formeel gebruik.